Skip to content

Wegwijs worden in de geosector

2019 September 22

Wie terugdenkt aan een eerste studiejaar, en zich het beeld van een toekomstig werkveld nog kan herinneren, begrijpt meteen dat er tussen toekomstbeeld en realiteit een aardige kloof kan ontstaan. Om die twee perspectieven zo goed mogelijk op elkaar aan te laten sluiten, verkennen studenten Geo Media en Design (GMD) tijdens het eerste studiejaar meteen de sector waarin zij later mogelijk werkzaam zullen zijn.

Zo’n verkenning schreeuwt om een dataset, zeker bij een studie als GMD. En die dataset nodigt als van nature uit tot allerlei geografische vragen over geosector zelf. Wegwijs worden in de geosector is niet alleen voor de studenten leerzaam, ook potentiële werkgevers en het onderwijs kunnen er hun voordeel mee doen.

Ondernemend in de geosector

Onder de geosector verstaan we alle organisaties die zich structureel met geo-informatie bezighouden. Met andere woorden: als de digitale kaart niet werkt, dan staan belangrijke delen van de organisatie stil. Tijdens de module Ondernemend in de geobranche ontdekken studenten wat de maatschappelijke betekenis van geo-informatie is en welke rol geo-informatie binnen organisaties kan spelen. Ze herkennen relevante ontwikkelingen en passende ideeën voor innovatie. Een dataset van organisaties, die is samengesteld dankzij open data van de GeoBuzz-beurs, het innovatieprogramma Ruimte voor Geo-Informatie en GeoBusiness Nederland, dient als basis voor deze ontdekkingsreis.

Als eerste stap om tot inzicht in de geosector te komen zijn de organisaties in categorieën ingedeeld: overheid, bedrijfsleven of onderwijs en onderzoek. Categorieën helpen om een sector te verduidelijken, maar ze roepen tegelijkertijd ook vragen op. Wat te denken van bedrijven die een hbo-opleiding in de markt zetten of van onderwijsinstituten, die betaalde afstudeeropdrachten aan de man brengen? Is het GeoFort een bedrijf dat namens de overheid het onderwijs inspireert?

Voor de leerervaring van de studenten is een beetje verwarring alleen maar toe te juichen.

De verzamelde dataset van organisaties is aangevuld met andere kenmerken, zoals grootte van de organisatie, type overheid, organisatievorm. Deze verrijkte dataset maakt nieuwe geografische analyses, waarbij we voorbij de punten op de kaart kijken, mogelijk: waar komen de bezoekers van de GeoBuzz vandaan en verschillen deze patronen voor overheid, bedrijfsleven en onderwijs? Vanuit welke regio’s zouden we volgende jaar nieuwe deelnemers kunnen interesseren?

De edities van de dataset van de komende jaren zullen een extra dimensie, tijd, toevoegen en zo nieuwe geografische analyses mogelijk maken: waar verandert de betekenis van geo-informatie voor de maatschappij, bijvoorbeeld dankzij circulaire economie en energie transitie? Welke organisaties zijn nieuw gestart en welke zijn er verdwenen? Is er een infrastructuur van regionale clusters van samenwerking, een geovalley, te ontdekken en zo ja, waarom is die daar ontstaan?

Wegwijs in het onderwijs

Een belangrijk doel van de dataset: studenten enthousiast maken over een werkveld, waaraan zij zelf graag een bijdrage willen leveren. Het GeoLab van de Aeres Hogeschool, dé locatie voor praktisch onderzoek naar de toepassing van geo-informatie, staat open voor inspirerende geografische vragen en antwoorden. Dat is ook voor potentiële werkgevers, die ruimte bieden aan ondernemende studenten en potentiele nieuwe medewerkers, interessant. Om de promo voor het GeoLab compleet te maken: over die vragen gaan studenten en docenten graag persoonlijk het gesprek aan. Dat kan voor geo-professionals tijdens de aanstaande Esri GIS Conferentie en de GeoBuzz. Tijdens de KNAG Onderwijsdag gaan we graag het gesprek aan over geografische vragen voor het voortgezet onderwijs: op welke scholen doen hoeveel leerlingen eindexamen en in welke vakken? Zijn er regionale invloeden te ontdekken? Wat betekent dat voor mogelijke vervolgopleidingen? Wij kijken nu al uit naar de mogelijke analyses en visualisaties!

Tegen de tijd dat deze studenten afstuderen, zal de realiteit van een werkveld alweer aardig zijn veranderd. Zelfs de doorgewinterde geo-professional krabt zich regelmatig achter de oren, over wat blijft en wat is veranderd. Een nieuwsgierige houding van (young) professionals is daarom van belang. Precies wat we met het GeoLab willen bereiken. Inzicht in de geosector, het kan niet vroeg genoeg worden gestimuleerd.

Verschenen op geografie.nl, 11 september 2019.

Een waardeloze* kaart

2019 April 17
by Jw

Het was zomaar een opmerking die ik opving vanuit een groepje studenten: wat een waardeloze kaart! De opdracht: beoordeel deze kaarten, bijvoorbeeld op basis van kleurgebruik en het gebruik van cartografische grammatica. Geen waardeloze opmerking van de studenten, want het is er juist een die je aan het denken kan zetten. Bestaat een kaart zonder waarde?

Wat is waarde?

Dat sterretje* verwijst voor mij altijd nog naar: geef eerst maar eens een definitie. De eerste definitie van waarde die dan al snel naar voren komt: prijs. Misschien is dat prijsdenken veroorzaakt door de WOZ-waarde van onze woningen, die erg strak in euro’s wordt uitgedrukt.

Marketingafdelingen hebben dat al lang door: van bijna hetzelfde product met een veel hogere prijs, wordt de waarde als veel hoger ervaren. De klant betaalt er graag voor. Het tegenoverstelde is dan ook waar: producten en diensten waaraan geen kosten zijn verbonden, worden als waardeloos, zonder waarde, gezien. Maar klopt dat wel?

OpenStreetMap, de kaart van iedereen en van niemand, wordt door veel amateurs en professionals ondersteund. Het project spoort iedereen aan om een kleine of een grotere bijdrage te leveren, zodat de data voor iedereen gratis, zonder kosten en zonder andere verplichtingen, ter beschikking kan worden gesteld. En toch heeft de kaart een unieke waarde: fietspaden en olifantenpaadjes, de ongeplande afkortingen in het stedelijke landschap, zijn vaak beter te vinden op OpenStreetMap dan op andere kaarten.

Heeft een luchtfotokaart een andere waarde dan de kaart die dankzij een eeuwenlange landmetertraditie met zorg is samengesteld? Wordt de prijs van de kaart gebaseerd op de productiekosten of op wat we ervoor over hebben? Dat laatste wordt dan onder andere bepaald door de mate van uniek zijn en een passiefactor: zo ‘verdient’ een zeldzamere kaart van onze eigen omgeving een hogere prijs.

‘Gratis en voor niets’ heeft ergens ook weer zijn waarde: we voelen ons erdoor aangetrokken. We lijken gewoon wat sneller te reageren op het begrip gratis, in de trend van baat het niet dan schaadt het niet. Maar bepaalt de waarde de prijs, of bepaalt de prijs de waarde? Is de waarde van de Klimaateffectatlas wel in euro’s uit te drukken?

Hoe waardevol is de kaart?

Je zou kunnen stellen dat de waarde van kaarten erg van tijdstip en locatie afhankelijk is. Want hoe bepaal je de waarde van de route naar de dichtstbijzijnde oase, als je midden in een woestijn bent? Of, dichter bij huis, van het juiste coördinaat waar de ambulance binnen 15 minuten moet aankomen? En verschilt die waarde mogelijk voor de zorgverzekeraar, de ambulancebestuurder en de patiënt?

Een kaart met een ‘antiek filter’ interpreteren we meteen als ouderwets

Kan een kaart eigenlijk wel zonder waarde zijn? Kaarten zijn natuurlijk niet waardevrij – altijd lastig, die woorden met meerdere betekenissen. Als je waarde interpreteert als ‘je eigen waarden, je eigen (voor)oordeel’, dan kent de kaart juist veel perspectieven. Auteur én lezer van een kaart nemen de eigen waarden mee bij het tot stand komen en interpreteren van een kaart. Het is goed te overdenken wat een auteur, bewust en onbewust, weglaat uit de kaart. Helemaal zonder waarde interpreteren is wel heel erg lastig. Een kaart met een ‘antiek filter’ interpreteren we meteen als ouderwets, zie afbeelding bovenaan, terwijl deze gisteren kan zijn geproduceerd.

Een waardeloze kaart? Ik ben er nog geen tegengekomen. Waarde heeft zoveel perspectieven. Misschien dat de studenten er nog een paar kunnen bedenken. Of ze de waarde van het leren daarvan inzien?

 

Voor wie zich afvraagt hoe we tegen de waarde van alles aankijken: Mariana Mazzucato ontleedt ons waardedenken. Voor slechts 30,99 euro (paperback), rond de prijs van een jaarabonnement van de gemiddelde bibliotheek.

Geschreven voor geografie, 9 april 2019.

Geografische nieuwsgierigheid in de genen

2019 February 17
by Jw

Eind vorig jaar stond Wageningen Universiteit een moment stil bij de 15e editie van de Masteropleiding in Geo-Information Science (MGI). Voor de gelegenheid werd een symposiumgeorganiseerd met als onderwerp van de dag: De toekomst van geo, hoe gaan we de volgende generatie opleiden? Naast geowetenschappers in spe waren er alumni, staf en overige geïnteresseerden aanwezig. Tot die laatste groep behoor ik ook, en als buitenstaander mocht ik mijn visie op het onderwerp van de dag delen. Mijn belangrijkste suggestie: geef vooral aandacht aan het geografisch gen en bevorder geografische nieuwsgierigheid.

Nieuw generaties

De toekomst van het onderwijs lijkt altijd een actueel onderwerp te zijn, onafhankelijk van het jaargetijde. Een werkveld verwacht nieuwe kennis van nieuwe generaties afgestudeerden, maar ook de vaardigheden om deze kennis in te zetten. In elke opleiding zijn er bestaande onderwerpen, die eigenlijk snel in de kast met oude instrumenten een plek mogen vinden en nieuwe onderwerpen, waar de wereld nu al om schreeuwt.

Zo mocht ik ooit tijdens mijn eigen opleiding (tot kartografisch ingenieur) aan de slag met inktpen en cromalin, terwijl er in de wereld om ons heen al druk werd geprogrammeerd. Zelfs de automatische tekentafel (flatbed plotters, voor de insiders) was al in gebruik genomen. Toch vonden de docenten het van belang om weten en te begrijpen hoe kaarten eeuwen daarvoor met de pen werden getekend en gekrast.

Geo-vaardigheden

Wat zijn de inktpennen van vandaag? En wat zijn de technieken van de nabije toekomst? De uitdaging ligt niet alleen bij het docententeam, vandaar de brede discussie met deelnemers, op het podium en in de zaal. Het zal ook in de toekomst zeker gaan om de concepten, die blijven, en niet om de tools. Die helpen enkel om de concepten te begrijpen en om ze in een juist perspectief te plaatsen.

Tegenwoordig start je vanuit de browser elk gewenste geo-analyse en ook voor de visualisatie van het resultaat heb je niet méér nodig. Daarnaast is geotechnologie veel compacter en mobieler geworden en worden vaardigheden als ondernemerschap en community-sturing belangrijker. Zo ook de vaardigheid om als student, en later als professional, je eigen leerpad uit te zetten, en daarvoor zelf verantwoordelijkheid te nemen. Leren om (geo) te leren dus.

Goede discussie met de zaal: wat zijn dan de 21-eeuws geovaardigheden, en (vanuit de zaal) zijn die echt zo anders dan die uit de 1e eeuw? Moeten we allemaal maar gaan programmeren? Een voorzichtige conclusie: beeld verwerking (image processing) en fotogrammetrie zijn helemaal terug van weggeweest.

Kortom, veel discussie, maar ze komen er zeker uit in het Wageningse. Niet voor niets kregen de docenten afgelopen oktober de beste beoordeling van studenten aan grote masteropleidingen (Beste Studies / Elsevier, 2018). De dag was compleet dankzij een MGI-quiz (hoeveel afstudeerders zijn er tot nu toe? Meer dan 380!) en een speciaal optreden van de fameuze MGI band, met hits als ‘This thing, ArcGIS’ en ‘Github is the way’. Gelukkig hebben we ook de foto’snog.

Een geografisch gen

Niet gehinderd door enige kennis van de genetica, stel ik me zo voor dat wij allemaal over een geografisch gen beschikken. Geo als een soort van inherente eigenschap, waar iedereen van nature al aanleg voor heeft. Het enige wat het onderwijs dan moet doen (…) : die eigenschap wakker schudden, het gen even ‘aan’ zetten. De kernvraag: hoe activeer je dat gen? Met inspirerende vergezichten die de nieuwsgierigheid bevorderen.

Voor mij persoonlijk was dat het beeld van Earthrise. De huidige equivalent is natuurlijk de Insights selfie vanaf Mars. Bij de MGI Opleiding in Wageningen zijn ze er goed in geslaagd: het geografisch denken (en handelen) van de alumni is niet meer uit te zetten. Mijn verzoek aan de aanwezigen: deel je leerdoelen en ervaringen (alumni) en je kennis en opleidingsmateriaal (universiteit). En mag zo’n dag wat vaker dan eens in de vijf jaar plaatsvinden?

Die tekenpennen heb ik overigens wel bewaard, maar nooit meer gebruikt. Ik begrijp nu wel hoeveel moeite het kostte om kaarten te maken.

Verschenen op geografie.nl, 5 februari 2019.